William Forsythe vernieuwde de internationale danswereld met zijn dynamische benadering van de kunstvorm. Forsythes interesse in choreografische structuren vormt de basis van zijn omvangrijke oeuvre. Na een korte reeks aan voorstellingen tijdens COVID-19, kijkt NDT ernaar uit om dit programma, dat de lange relatie van het gezelschap met Forsythe nieuw leven inblaast, opnieuw te presenteren. De werken worden begeleid door muziek van Forsythes vaste componist Thom Willems.
N.N.N.N. (2002) verschijnt als een gedachte in vier delen: vier dansers in een staat van constante, vloeiende verbinding. Ondersteund door de subtiele, ruisende flitsen van de muziek van Thom Willems, gaan de dansers hun eigen complexe, intense muziek maken. Hun armen, hoofden, lichamen en benen worden afzonderlijke stemmen, elk gestemd en in contrapunt met de anderen. De complexe adempartituur van de dansers stelt hen in staat samen te smelten tot een verbonden geheel van zwaaiende armen, vouwende gewrichten en een scherp, hoog tijdsgevoel.
N.N.N.N. is het werk waarop 12 N gebaseerd was, maar dat nooit werd uitgevoerd vanwege pandemische omstandigheden. Het is nu te zien in zijn oorspronkelijke vorm met alle muzikale structuren intact.
Of Any If And (1995) is een intiem en virtuoos duet dat wordt omringd door vormen van taal die om hen heen verdampen: kleine panelen met tekst die naar het podium afdalen, met daarop fragmenten uit Lucretius’ On the Nature of Things waarin hij de ontbinding van een lichaam beschrijft. Dit is een van de werken die Forsythe maakte na de dood van zijn vrouw in 1994. Het duet belichaamt een forensische intensiteit en laat de dansers verweven met de klassieke ballettechniek om tegelijkertijd het gebruikelijke kader ervan te deconstrueren.
Ondanks de gevaarlijke stortvloed aan dansers die zich meedogenloos rond metalen tafels bewegen, is One Flat Thing, reproduced (2000) eigenlijk een heel doelgericht werk in Forsythes onderzoek naar een contrapuntische structuur. Het werk bestaat uit de interactie van drie organisatorische systemen: talrijke individuele choreografieën, verschillende cues, en complexe afstemming van bewegingen. Ondanks de beperkte ruimte, biedt het doolhof van tafels ook de mogelijkheid om in drie lagen – boven, naast, en onder de tafels – handelingen te creëren.