Jullie groeiden op in Velden, een katholiek dorp onder de rook van Venlo. Hoe was dat?
Imre: “We hadden best wel ogen op ons gericht: een vader die trommelde, een zoon die danste… De rare familie Van Opstal. Maar onze ouders hebben altijd voor ons en onze eigenheid gevochten.
Op school werd ik gepest, omdat ik anders was dan andere meisjes en vooral met jongens speelde. Bovendien dachten ze dat ik dom was. Ik was gediagnosticeerd met dyslexie en ADD, maar in die tijd was nog niet zo bekend wat dat inhield. In mijn derde jaar lieten ze mij zitten. Mijn moeder heeft ervoor gezorgd dat ik bij Marne in de klas kwam. Toen gingen mijn scores een stuk omhoog. Niet onbelangrijk, want om naar de dansschool te kunnen, had ik minimaal een havoadvies nodig.”
Marne: “Ook ik werd wel gepest. ‘Jongens dansen niet’, dat soort dingen kreeg ik te horen. Maar ik ben heel koppig en ook best wel pittig: ik ging ertegenin. Toen ik in groep 8 zat ging ik met Introdans voor de Jeugd mee op theatertour, mijn eerste echte professionele ervaring. Mijn klas was uitgenodigd om te komen kijken. Vanaf het moment dat zij zagen wat ik deed, voelde ik dat er begrip was, waardering voor waar ik al die jaren zo hard mee bezig was.”