In The Dutch Mountains is de titel van Marco Goeckes nieuwe wereldpremière voor NDT, een titel die sommigen misschien kennen van het liedje van de Nederlandse band Nits, anderen van de gelijknamige roman van Cees Nooteboom. Goecke verhuisde op 17-jarige leeftijd naar Nederland, waar hij twee jaar woonde. Sinds 2006 heeft hij hier elk jaar minstens één choreografie gemaakt. In die zin zou je hem bijna een Nederlandse choreograaf kunnen noemen. In the Dutch Mountains is zowel een eerbetoon aan dit land als een terugblik op zijn eerdere werk.
“De keuze van de titel heeft een beetje te maken met het liedje waar ik vroeger naar luisterde,” zegt Goecke, gevraagd naar de reden voor de titel van zijn nieuwste werk. “Toen ik jong was, kreeg ik hartkloppingen als ik een zin hoorde die ik niet helemaal begreep.” En inderdaad, de combinatie van ‘Nederland’ met het idee van ‘bergen’ heeft iets raadselachtigs. De uitdrukking is bijna een oxymoron, want beide staan in schril contrast met elkaar. Wat heeft een land, zoals Willem Frederik Hermans in zijn roman Nooit meer slapen schrijft, dat “eigenlijk aan de vissen toebehoort”[1] met bergen te maken? En “waar blijven het diepe inzicht en de natuurlijke vertrouwdheid met de grote problemen, als iemand zijn opleiding krijgt in een laag landje van modder en klei, zonder één berg?[2]”
Zelfs als men de “grote vragen” laat voor wat ze zijn, verleidt de puzzel alsnog tot het zoeken naar verbindende elementen. De extremen die de virtuele tegenstelling van bergen en dijken oproept, horen bij de Nederlandse natuur: de harde zeewind, het onweer, de dramatische lucht, de zee met haar getijden en golfkammen. Een natuur die nooit stilstaat, altijd in beweging is, beweging eist of dreigt en die, om ermee te kunnen leven, de interactie van mensen zo noodzakelijk maakt als op weinig andere plaatsen op de planeet. Beweging, zoals die ook verdreven zou kunnen worden door de extreme spanning die inherent is aan de combinatie van bergen en zeezicht.
Dit werk gaat inderdaad – zoals alle werken van Goecke – over pure beweging en de ontmoeting met en tussen de dansers. In de muziek van Bartok (Concerto voor orkest) en Brahms (Symfonie nr. 3), live gespeeld door Het Balletorkest*, verweeft Goecke twee liederen van This Mortal Coil die een nauwe band hebben met de zee en de natuur: Song to the Siren en Nature’s Way. In het eerste nummer luidt de tekst ” I’m as riddled as the tide”. De beweging van het water, het contrast met de onbeweeglijkheid van denkbeeldige bergen, de transformatie van deze spanning in de beweging van de dans – Goecke herformuleert het raadsel zonder te pretenderen het te kunnen oplossen, en verplaatst het uiteindelijk naar binnen in het theater: “Voor mij is de echte Nederlandse berg de theaterzaal. De toneelvloer, dat is de Dutch Mountain die je altijd moet beklimmen als je een werk maakt.”
– Nadja Kadel
[1] W.F. Hermans, Nooit meer slapen, Amsterdam: De Bezige Bij 1966, p. 19.
[2] W.F. Hermans, 1966, p. 18.
*Alleen bij de voorstellingen in Amare, Den Haag