Opengevallen kamerjas
In NDT’s jubileumpublicatie NDT | 60 blikt Bustinduy terug op haar allereerste voorstelling als NDT danser in 1999: “[…]Er was helemaal geen voorstelling, alleen een authentieke, onverwachte ervaring, alsof je in een irrationele droom terecht bent komen. Mijn lichaam functioneerde naar verwachting, maar mijn geest was onbeheersbaar. Laverend tussen twee stromen, tussen bewustzijn en onbewustzijn. Blijkbaar hebben mijn partner en ik een heel goed optreden neergezet. Zelf wist ik dat niet zeker, want ik was al die tijd ergens ver weg. Toen het doek ten slotte viel, bedankte het publiek ons met een groot applaus. We maakten onze buigingen en ik snelde naar de choreograaf om hem bij de hand te nemen en uit te nodigen ook applaus in ontvangst te komen nemen. Toen ik terug op het podium keerde, struikelde ik en viel, waarbij ook mijn kamerjas openviel. Daar zat ik dan, op de vloer, met een opengevallen kamerjas en ontblote borsten, ten overstaan van duizend mensen. Ik voelde me op dat moment zo beschaamd, dat ik Gerald Tibbs of Jiří Kylián niet kon aankijken toen ze mij begroetten in de coulissen. Ik wilde alleen maar verdwijnen.
Na verloop van tijd begreep ik dat juist dit het magische is van ons vak: de kwetsbaarheid van dingen. Het gegeven dat niets eeuwig duurt. Alles kan binnen een paar seconden uit elkaar vallen. Elk ogenblik is ons laatste, omdat het nooit precies zo herhaald kan worden. Elke voorstelling, hoe vaak die ook uitgevoerd wordt, is volkomen uniek. Twintig jaar later koester ik dat moment nog steeds.”