DANSFAN

"Na een optreden van NDT 2 bruis ik zelf ook helemaal"

Dansfans. Nederland stikt ervan. Al zijn sommigen fanatieker dan anderen. Aan de vooravond van de première van The beauty of it all van NDT 2 spraken we met Castor Smiet. Tweeënhalf jaar terug zag hij voor het eerst een optreden van Nederlands Dans Theater en… hij was meteen verkocht. ‘Ik kon alleen maar denken: dit moet ik vaker zien, vaker doen. Ik was totaal overdonderd.’

Tekst: Astrid van Leeuwen

 

Foto: Ennya Larmit

Met een moeder in het bestuur én achter de balie van de NDT Vrienden waren de kansen om Nederlands Dans Theater te zien legio. Maar voor tienerzoon Castor hoefde het niet zo. ‘Ik heb jarenlang gedacht dat ik helemaal niks met dans had.’ Tot hij in 2021 bij een van de vragen van zijn eindexamen kunstgeschiedenis een fragment uit de tweede akte Giselle te zien kreeg. ‘Met van die magische wezens, de wili’s, die mannen de dood in dansen. Ik vond dat zó gaaf, dat ik het fragment – hoewel ik dus midden in een examen zat – twee keer heb afgespeeld.’ Niet lang daarna bleek zijn moeder, Mariëlle Bevers, kaarten te hebben voor de opening van de danstheaterzaal in Amare. Castor ging mee en werd, volkomen onverwacht, ‘intens gegrepen’ door Skin of the mind, de double-bill die NDT 1 die avond presenteerde. ‘Het eerste stuk (Bedroom Folk van Sharon Eyal en Gai Behar – red.) was niet extreem lang, maar wel ongelooflijk intensief. De dansers dribbelden aldoor op hun tenen en hielden bij alles wat ze deden een enorme spanning vast, zelfs in de kleinste bewegingen. Het was bijna magie’, zegt hij. ‘En ook het werk na de pauze (Alan Lucien Øyens Tell your mom you love your skin – red.) was indrukwekkend, juist ook door de combinatie van dans, tekst en mime. Die tekst leek weliswaar weinig betekenis te hebben, maar zorgde door de terugkerende motieven wel voor een heel bijzonder effect. Net als de dansers die op de achtergrond op hun tenen liepen, alsof ze onzichtbare hakken droegen. Ik vond dat zó slim bedacht: dat je met zoiets simpels zo’n effect kunt bereiken, alsof de dansers lange, statige passen maakten. Aan het slot riep één toeschouwer tot mijn verbijstering aanhoudend boe, waardoor mijn moeder en ik, om hem te overstemmen, onze handen bijna stuk klapten. Eenmaal buiten kon ik alleen maar denken: dit moet ik vaker zien, vaker doen. Ik was totaal overdonderd.’

Filosofie en fagot

Castor – inmiddels 20 – groeide op met muziek. ‘Mijn vader luisterde veel naar jazz en zwarte muziek en verder stond op zondagochtend altijd wel Bach of Samuel Barber op.’ Toen Castor zes was, ging hij samen met zijn zus op blokfluitles. Kort daarna volgde het drumstel en na een jaar of drie werd het de saxofoon. ‘Ik raakte meestal snel verveeld.’ Maar eenmaal op de middelbare school wist Castor één ding zeker: hij wilde bij het schoolorkest. ‘Dan heb je weinig aan de saxofoon en dus kreeg ik van de dirigent een fagot in mijn handen geduwd. Ik ging op les, bespeelde eerst nog beide instrumenten, maar algauw vond ik klassiek leuker dan jazz, ook omdat ik niet zoveel met improvisatie heb.’

Inmiddels studeert Castor filosofie in Leiden, maar daarnaast volgt hij als fagottist het driejarige – door zijn universiteit aangeboden – Practicum Musicae aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag én maakt hij deel uit van zowel het VU-Orkest als het Jeugdorkest Nederland. Dat hij nu in hetzelfde gebouw waar hij zijn fagotlessen volgt – Amare – een nieuwe passie heeft ontdekt, maakt het leven, zegt hij, nóg leuker. ‘Anders dan bij muziek kan ik mij bij dans totaal en zonder oordeel aan de ervaring overleveren. Van muziek heb ik inmiddels te veel kennis, je hoort elk minuscuul foutje. Bij dans ontbeer ik die kennis, ik weet niet wat dans nu precies tot goede dans maakt, en juist daarom kan ik me volledig laten meevoeren. Zeker bij Nederlands Dans Theater, waar elke voorstelling zó goed en van zó’n hoog niveau is, met als gevolg dat ik na afloop altijd een wow-gevoel heb.’

'Minus 16' van Ohad Naharin. Foto: Rahi Rezvani

Dat je met zoiets simpels zo’n effect kunt bereiken

Hoe krijgen ze het voor elkaar?

Sinds zijn vuurdoop heeft hij vrijwel alle NDT-programma’s gezien. ‘Ik heb het geluk een van de beste gezelschappen ter wereld als het ware om de hoek te hebben, en voor het studententarief van tien euro hoef ik het niet te laten.’ Soms gaat hij met zijn zus, soms met vrienden, vaak ook alleen. ‘Ik lees me altijd wel enigszins in, bekijk een trailer, maar met opzet – juist om onbevangen te kunnen genieten – verdiep ik me niet uitgebreid in wat ik te zien krijg.’

Hij heeft dan ook niet per se een favoriete choreograaf en titels van balletten ontschieten hem nogal eens, maar hij herinnert zich heel precies de momenten die de meeste indruk op hem maakten. Daarbij kan het om details gaan: ‘Het voortdurend uitstrekken van een almaar heen en weer schuddend, trillend been.’ Maar ook om de kracht en dynamiek van een complete choreografie, zoals bij Tao Ye’s 15. ‘Een superritmisch werk, waarbij je als toeschouwer de continue inspanning als het ware ook zelf ondergaat, en je je afvraagt: hoe krijgen ze het in hemelsnaam voor elkaar?’ Maar Castor kan, zegt hij, ook erg genieten van creaties die misschien minder inspanning vergen, maar die je wel flink aan het denken zetten, zoals, bijvoorbeeld, het werk van Imre en Marne van Opstal. ‘Het enige waar ik niet heel enthousiast van wordt, zijn werken waarin de boodschap er té dik bovenop ligt.’ Lachend: ‘Er hoeven voor mij geen clowns over het toneel te paraderen.’

'27'52"' van Jiří Kylián. Foto: Joris-Jan Bos

Ronduit bevrijdend

Foto: Ennya Larmit

Hoewel hij beslist fan is van beide groepen, voelt Castor – niet verwonderlijk gezien zijn leeftijd – toch extra affiniteit met NDT 2, het jongerengezelschap van Nederlands Dans Theater. ‘NDT 1 is natuurlijk superprofessioneel, alles is clean, scherp, tot in de puntjes verzorgd en gecontroleerd, maar daardoor mis ik soms ook een beetje het risico en de fun. Het nieuwe is er – net zoals je dat bij veel orkesten ziet – een beetje van af, terwijl dat nu juist zo gaaf is. Bij NDT 2 is alles nog fris en sprankelend; als ik na een NDT 2-voorstelling het theater uitstap, bruis ik zelf ook helemaal en tintelen mijn vingers.’

Zelf danst Castor alleen in clubs. Hij gaat veel uit en noemt dansen ‘ronduit bevrijdend’. ‘Ik heb de laatste tijd zelfs weleens gedacht: moet ik niet alsnog op les? Maar ik zou me waarschijnlijk continu afvragen: doe ik het wel goed? Net als bij muziek zou ik te zeer streven naar perfectie, terwijl ik ook wel weet dat perfectie geen staat is, maar zich hooguit in korte momenten openbaart. Momenten waarop je weet: hier doe ik het allemaal voor!’

Wel gaf hij zich vorig jaar, als fagottist, op voor het dans-, muziek en theaterproject Paradiso! van Introdans. ‘Vanwege gezondheidsperikelen kon ik uiteindelijk niet met de voorstellingen meedoen, maar alleen de repetities waren al géwéldig. Ik voelde zo’n klik met de dansers en met choreografen Adriaan Luteijn en Chantal de Vries, en het was zo prachtig om te zien hoe al hun ideeën én de drie disciplines samenkwamen.’ Dus ja, als Nederlands Dans Theater ooit zo’n project initieert dan weet hij het wel. Enthousiast: ‘Dan ben ik absoluut van de partij! Dat lijkt me zó ontzettend gaaf!’

Uit: Dans Magazine, april 2024