door Joke Visser, voormalig hoofd kostuumatelier
beeld: john macfarlane
“‘Till the next!’
Deze drie woorden onderaan het kostuumontwerp van Jiří Kylián’s Tanz Schul zal ik niet snel vergeten. Ze zijn geschreven door John MacFarlane, die ik bewonder om zijn prachtige tekeningen en diens sfeerrijke kleurbeelden. Deze veelzijdige opdracht van circa tachtig uiteenlopende en zeer gedetailleerde kostuums was een geweldige uitdaging.
Zelf ben ik in 1978 als freelancer begonnen met het maken van kostuums voor Nederlands Dans Theater, waarna mij in 1987 gevraagd werd in vaste dienst te komen. Dit was gelijktijdig met de opening van het nieuwe theater aan het Spui. Het gevolg hiervan was dat ik vervolgens 30 jaar met vele choreografen en kostuumontwerpers heb mogen samenwerken om hun ideeën te realiseren.
In deze jaren is ook mijn jarenlange samenwerking met Jiří Kylián begonnen. Er ontstond een grote wederzijdse waardering en ik kreeg de kans om met mijn creativiteit zijn ideeën uit te voeren. Dit betekent aan de hand van de kostuumontwerpen, dit kunnen tekeningen zijn of plaatjes uit boeken en tijdschriften, dat er keuzes gemaakt worden over stoffen materialen en kleuren. Veel stoffen worden eigenhandig ingeverfd wat als voordeel heeft dat je zelf de nuances van de kleuren kan bepalen.
Stofkeuzes zijn daarnaast bepalend voor het effect dat je wilt zien. Strak, soepel vallend, mat, glanzend, structuur, enzovoorts. Zijde heeft vaak de voorkeur – dansers voelen zich er altijd mooi in vanwege de extra diepte die het geeft in de belichting op het toneel.
De functionaliteit van de kostuums is vanzelfsprekend. De ideeën van de ontwerpers worden onzichtbaar in overeenstemming gebracht met de praktische wensen van de dansers.
Niet alleen het uitzoeken van de stoffen en het bepalen van de kleuren, ook de bewerkingen vereisen intensief contact tussen kostuumatelier en andere betrokkenen. Met de choreografen, kostuumontwerpers en ateliermedewerkers is met ieders inzet en professionaliteit een ontelbare hoeveelheid kostuums tot stand gekomen op dat kleine stukje vloer waar zoveel prachtige dansers talloze malen zijn aangekleed… De paskamer in het kostuumatelier!”